In de HC van 20 juni j.l. wordt in een artikelen van Arie Booij en Ed Dekker de loftrompet gestoken voor de “redders” van de Tapuit, Provincie, Gemeenten, en de Stichting Landschap Noord Holland (LNH) die een convenant hebben getekend.
Blijkbaar is afgegaan op het verhaal van LNH. De werkelijkheid is echter anders. Verslaggevers zouden kritischer moeten zijn.
LNH en Provincie en in mindere mate de Gemeenten zijn juist de veroorzakers van de problemen t.a.v. de tapuit (en de rest van de natuur). De gebieden waar de tapuit broedt bestaat voor een groot deel uit de terreinen die vroeger in gebruik waren van Defensie als schiet- en oefenterreinen. Het aantal broedparen was toen heel groot.
Defensie bemoeide zich niet met de vogels en de natuur. Alles ging haar eigen gang. Na de komst van LNH begonnen de problemen. Men ging mensen met hun honden met geweld weren door bekeuringen uit te delen. Daardoor steeg het aantal vossen in de duinen met sprongen. Vogels die normaal in de duinen broeden weken uit naar de daken in de wijken.
Tapuiten broeden in konijnenholen en de konijnen namen door de vossen en door oprukkende ziekte snel in aantal af. Bij gebrek aan konijnen ging een tapuit er bij de vossen ook wel in. In een rapport van SOVON worden het gebrek aan konijnen en pradatie door vossen en marterachtigen als belangrijkste redenen genoemd voor de afname van het aantal tapuiten. Men vindt de activiteiten van LNH ook een risico.
De konijnenziekte die voorheen vaak het Noordelijke duin niet bereikte wordt verspreid doordat LNH schapen inzet als grazers en door hun eigen aanwezigheid. LNH denkt namelijk dat het duingebied als een tuin moet worden beheerd c.f. de richtlijnen van Natura 2000. Deze gedachte wordt voornamelijk ingegeven door de mogelijkheid om Europese en Provinciale subsidie voor die werkzaamheden te verwerven. Het is dus organisatiebelang i.p.v natuurbelang.
Algemeen is dat werk nadelig voor alle andere vogels omdat ze de broedgelegenheden en voedselbronnen verwijderen omdat die niet passen in het habitattype zoals door Brussel voorgeschreven. Daarom worden exoten als Vogelkers en Rimpelroos verwijderd.
Natuurlijk red je de tapuiten niet door een wandeltocht door de duinen om te leiden of door evenementen en recreatie te verbieden. In de met prikkeldraad omgeven broedgebieden komt nu al niemand. Het verhaal in de krant is alleen bedoeld ter meerdere glorie van deze redders van de tapuit en ter versterking van de macht van LNH in het duingebied. Natuurlijk krijgen recreanten daar wel last van.
Het beste medicijn voor de tapuit is het vertrek van LNH. De Natuurbureaucratie moet worden uitgebannen.
Lub Nieuwenhuis
Voorzitter
N.B op de website DHA is een veel vollediger verhaal te vinden.